Door: Joris Klingen
Het gebruik van de fiets wordt steeds meer gestimuleerd in steden als onderdeel van een duurzaam en betrouwbaar transportnetwerk. Fietsgebruik heeft verschillende voordelen ten opzichte van andere vervoerswijzen. Het is gezonder, het veroorzaakt geen vervuiling, en op een fiets maak je efficiënter gebruik van de wegcapaciteit dan in een auto. Een mogelijkheid voor steden om het fietsen te stimuleren is het aanbieden van publieke deelfietsen. Het Amsterdamse Wittefietsenplan uit 1965 was het eerste systeem op dit gebied. Tegenwoordig zijn er wereldwijd meer dan duizend publieke deelfietsprogramma’s, met in totaal meer dan twee miljoen deelfietsen.
In een recent artikel onderzochten wij de rol van een deelfietsensysteem in relatie tot openbaar vervoer. Wij bestudeerden de veranderingen in de vraag naar deelfietsen als gevolg van lokale en tijdelijke storingen in het metronetwerk van Parijs. Het onderzoek is uitgevoerd door gebruiksgegevens van Vélib’ deelfietsen in Parijs te koppelen aan informatie over metrostoringen, zoals aangekondigd in de Twitter feeds van de vervoerder. Deze onderbrekingen in het metronetwerk dienen vervolgens als een natuurlijk experiment waarmee het effect van negatieve schokken in het metroaanbod op de vraag naar huurfietsen kan worden geschat.
De resultaten tonen aan dat de vraag naar fietsen toeneemt in de nabijheid van een verstoord metronetwerk. Onze bevindingen onderstrepen het feit dat fietsen als een netto substituut worden gebruikt voor metrodiensten en dat openbare huurfietsen het tijdverlies veroorzaakt door storingen kunnen verminderen. Daarmee kan een deelfietssysteem de kwetsbaarheid van het transportnetwerk verminderen door het aanbieden van een alternatieve vervoerswijze.
Bron:
Klingen, J. (2018). Do metro interruptions increase the demand for public rental bicycles? Evidence from Paris. Transportation Research Part A: Policy and Practice.
maart 2019