Het gaat goed met de Metropoolregio Amsterdam. In 2018 groeide de economie met 3,4 procent, terwijl de groei in heel Nederland 1,5 procent bedroeg. De werkloosheid is met 4 procent uitzonderlijk laag en ondernemers maken zich zorgen over kraptes op de arbeidsmarkt. De groei zal de komende jaren naar verwachting afnemen naar 2,8 procent in 2019 en 2,3 procent in 2020. Dit staat in de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2019 (EVMRA), uitgebracht door TNO, NEO Observatory en de Vrije Universiteit Amsterdam.
Henri de Groot, hoogleraar aan de afdeling Ruimtelijke Economie, is mede-auteur van de EVMRA en presenteerde de resultaten tijdens de ‘State of the Region’ op 17 juni jl. in Theater Amsterdam voor een kleine duizend toehoorders: “Het gaat goed met de regio als je kijkt naar de economische groei en de lage werkloosheid. Maar het groeimodel dat de regio de afgelopen decennia zoveel economische voorspoed heeft gebracht bevindt zich op een kantelpunt.”
“Niet iedereen profiteert van de gunstige economische ontwikkelingen”
Als oorzaken voor de dalende groei ziet hij onder andere het goedkoop geld beleid van de ECB en de gematigde loonontwikkeling. “Die zetten het proces van creatieve destructie onder druk. Dat vertaalt zich door in een trager stijgende arbeidsproductiviteit. Gecombineerd met een vergrijzende bevolking waardoor de arbeidsparticipatie onder druk staat en een zeer lage werkloosheid is het arbeidsaanbod ook een groeibeperkende factor. Zorgelijk daarbij is dat met name de participatie onder laagopgeleiden laag en zelfs licht dalend is. Met andere woorden, niet iedereen profiteert van de gunstige economische ontwikkelingen. En de komende decennia zal veel geld en energie gaan zitten in het voorbereiden van de regio op een klimaatbestendige en duurzame toekomst.”
Dit laatste ziet Henri de Groot als een plicht: “We zijn het aan toekomstige generatie verplicht om te investeren in duurzaamheid. Het mag wat mij betreft niet zo zijn dat we in één van de meest welvarende plekken ter wereld niet voorop willen lopen in de verduurzamingsopgave waarvoor we staan.” Ook scholing in de vorm van levenslang ontwikkelen vindt hij een belangrijke opdracht voor de regio. “Bij het levenslang ontwikkelen moeten overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen optrekken om mensen fit te houden voor de arbeidsmarkt gedurende hun hele levensloop. Daar zijn nog grote slagen te maken. En tegen de achtergrond van de decentralisaties van beleid zullen gemeenten die tezamen de MRA vormen veel intensiever met elkaar samen moeten werken. De schaal van gemeenten is te klein om de grote opgaven aan te kunnen pakken. De huidige samenwerking bestaat nog teveel uit vrijblijvende samenwerkingsverbanden. Maar om echt effectief te zijn zullen gemeenten hun handen moeten durven te binden en de vrijblijvendheid voorbij moeten gaan.“
Verhaal van successen en uitdagingen
Met de Economische Verkenningen draagt de VU al bijna 10 jaar bij aan het ontwikkelen van een ‘evidence base’ die behulpzaam is voor beleid. Het bestuderen van trends en het maken van korte termijn prognoses helpt bestuurders hun beleid in te vullen. In toenemende mate biedt de verkenning ook een basis voor gesprek met gemeenten, provincies, werkgevers- en werknemersorganisaties en burgers. “De V in EVMRA verandert geleidelijk aan van de V van Verkenning in de V van het economisch Verhaal dat samen met bestuurders en burgers wordt gemaakt. Een verhaal van successen, maar ook van uitdagingen voor de toekomst. En een verhaal waar ook andere regio’s behoefte aan hebben. Dat blijkt wel uit het feit dat regionale verkenningen in steeds meer regio’s in opkomst zijn ”, aldus Henri de Groot.
Ellen Woudstra
Augustus 2019
Dit interview is eerder gepubliceerd in Vuurwerk, het relatiemagazine van de School of Business and Economics, Vrije Universiteit Amsterdam.