In de grote steden ontkom je er als automobilist tegenwoordig niet meer aan: bijna overal moet er betaald worden om te mogen parkeren. Het doel van betaald parkeren is om de vraag naar de beperkte parkeerruimte te verminderen, zodat de stad leefbaar blijft en lang zoeken naar een parkeerplek wordt voorkomen. Maar hoe zit het met de bewoners in de grote steden? Zouden die juist voor of tegen betaald parkeren moeten zijn?

Tot het begin van de jaren 90 moest er alleen in de centra van de grote steden betaald worden voor parkeren, maar sindsdien heeft het gebied waarin betaald moest worden zich als een inktvlek uitgebreid. In deze gebieden kunnen de bewoners wel in aanmerking komen voor een parkeervergunning, waardoor ze tegen een zeer gereduceerd tarief (tegenwoordig op jaarbasis maximaal zo’n 300 euro) mogen parkeren. Natuurlijk moeten gasten van bewoners wel betalen – alhoewel dit vaak niet meer dan 50% van het reguliere tarief is – en kan je al bewoner niet meer je auto gratis bij de winkel in de buurt parkeren. De vraag is of een parkeervergunning van grofweg 250 euro een acceptabele prijs is om sneller en makkelijker een parkeerplaats te vinden en de kosten van betaald parkeren overstijgt.

Om dat te onderzoeken hebben Jesper de Groote en coauteurs in een recent onderzoek de huizenprijzen in Amsterdam en Utrecht van de afgelopen 30 jaar geanalyseerd. Als baten van de invoering van betaald parkeren de hogere parkeerkosten voor bewoners overstijgen, dan zou dat na invoering in hogere huizenprijzen tot uitdrukking moeten komen: als een buurt aantrekkelijker is verwacht je dat mensen meer willen betalen om daar te mogen wonen. Aan de andere kant: als er veel weerstand is tegen betaald parkeren is zou je verwachten dat huizenprijzen dalen na invoering van betaald parkeren. Uit het onderzoek blijkt dit echter niet: betaald parkeren blijkt zowel in Amsterdam als Utrecht een positieve noch een negatieve invloed op de huizenprijzen te hebben gehad.

Slecht nieuws dus voor beleidsmakers? Zeker niet. Het betekent dat betaald parkeren vanuit het perspectief van de bewoners gezien op het juiste moment is ingevoerd, namelijk op het moment waarop de baten van minder parkeeroverlast gelijk waren aan de kosten van een parkeervergunning. Bovendien is de afname van parkeeroverlast voor de maatschappij alleen maar prettig.

Jesper de Groote

 

April 2017