De coronacrisis houdt de hele wereld in de greep. De grote besmettingshaarden in China en in Europa zijn te veelal te vinden in gebieden waar sprake is van luchtvervuiling. Een van de vele vragen die het virus oproept is dan ook: bestaat er verband tussen luchtvervuiling en de mate van vatbaarheid voor corona? Bo Andree deed onderzoek naar deze vraag in een artikel getiteld ‘Incidence of COVID-19 and Connections with Air Pollution Exposure – Evidence from the Netherlands’, een Wereldbank publicatie die vorige week verscheen.
Met name in ontwikkelingslanden is luchtververvuiling een groot probleem, en hebben gezondheidsinstellingen een lage capaciteit. Om deze reden maakt de Wereldbank zich grote zorgen over de kwetsbaarheid in ontwikkelingslanden. De keuze voor een analyse met data uit Nederland is gebaseerd op het feit dat COVID-19 gegevens hier op een relatief gedetailleerd niveau bijgehouden worden. Het onderzoek heeft veel aandacht ontvangen, en heeft zelfs geleid tot een Kamervraag.
Andree onderzocht het verband tussen blootstelling aan fijnstof en het voorkomen van het coronavirus in 355 gemeenten. Na het controleren voor bevolkingsdichtheden, verschillen in huishoudenskarakteristieken, medische achtergronden, en regionale trends die bijvoorbeeld samenhangen met regionale feestvieringen, blijkt dat er wel degelijk een relatie te vinden is: het voorkomen van een hoog gehalte fijnstof met een diameter van minder dan 2,5 micrometer in de lucht correspondeert met een hoger aantal bevestigde coronabesmettingen in betreffende regio. In regio’s waar de luchtvervuiling 20% boven de norm ligt, komen gemiddeld twee keer meer coronapatiënten voor.
Meer lezen
Coronvavirus slaat harder toe in regio’s met veel fijnstof in de lucht (Omroep Brabant, 2 mei)
Wat is de relatie tussen luchtvervuiling en corona (RTL nieuws, 1 mei)
Corona blijkt harder toe te slaan in gebieden met intensieve veehouderij (AD, 30 april)
Bewoners van gebieden met hoge luchtvervuiling veel vatbaarder voor covid-19 blijkt uit studie van de wereldbank (Innovationorgins, 30 april)
Ellen Woudstra
mei 2020